Het onderhavige bestemmingsplan voorziet overwegend in het vastleggen van de huidige situatie en de mogelijkheden van de geldende bestemmingsplannen. Op onderdelen zijn in het plan nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt.
In de Wro (artikel 6.12) staat dat de gemeente verplicht is om een exploitatieplan vast te stellen, voor de gronden waar een aangewezen bouwplan is voorgenomen. In het Bro staat wat wordt verstaan onder een aangewezen bouwplan. Het gaat daarbij om: de bouw van één of meer woningen, één of meer hoofdgebouwen, uitbreiding van het hoofdgebouw met ten minste 1.000 m², functieverandering naar woningen voor ten minste 10 woningen, of functieverandering naar horeca of kantoor voor ten minste 1.000 m2.
Een exploitatieplan is niet nodig indien met de betreffende initiatiefnemers een overeenkomst gesloten over kostenverhaal. In enkele gevallen is een eventuele ontwikkeling mogelijk gemaakt via een wijzigingsbevoegdheid. Kostenverhaal kan dan plaatsvinden op het moment van toepassen van de wijzigingsbevoegdheid.
Met initiatiefnemers van in het bestemmingsplan rechtstreeks opgenomen nieuwe ontwikkelingen wordt voor de vaststelling van het bestemmingsplan een overeenkomst voor kostenverhaal gesloten. Voor ontwikkelingen die zijn gekoppeld aan een wijzigingsbevoegdheid wordt zo'n overeenkomst gesloten voorafgaand aan het toepassen van die bevoegdheid.
Een exploitatieplan is eveneens niet nodig voor uitvoering van bouwplannen, die reeds in het geldende bestemmingsplan mogelijk zijn gemaakt.
Het opstellen van een exploitatieplan als bedoeld in artikel 6.12 Wro is om deze redenen niet nodig en achterwege gelaten.
|