HOOFDSTUK 3 Beleidskader

 

3.1 Rijksbeleid

 

 

3.1.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

De Nota Ruimte is vervangen door de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte. Het

ontwerp van deze Structuurvisie heeft in augustus en september 2011 voor iedereen ter

inzage gelegen. Op 22 november 2011 heeft de Tweede Kamer de structuurvisie (met

aanvaarding van een aantal moties) aangenomen. Op 13 maart 2012 is de structuurvisie in werking getreden.

Eén van de belangrijkste beleidsdoelen is een gezonde en veilige leefomgeving als basisvoorwaarde voor burgers en ondernemers. Dit wordt vooral vertaald in het verbeteren van de milieukwaliteit (lucht, bodem, water), bescherming tegen geluidsoverlast en externe veiligheidsrisico's. Om toekomstige kosten en

maatschappelijke schade te voorkomen, moeten bij ruimtelijke en infrastructurele

ontwikkelingen de milieueffecten worden afgewogen.

De EHS is hierin herijkt. De robuuste verbindingen tussen natuurgebieden zijn geschrapt. Dit heeft voor onderhavig plangebied geen gevolgen. Het rijk heeft het natuurbeleid gedecentraliseerd. Het rijk en de provincies hebben hierover op 20 september 2011 een onderhandelingsakkoord gesloten.

 

Onderhavig bestemmingsplan voldoet aan het beleid en de algemene regels van het rijk.

 

 

3.2 Provinciaal en regionaal beleid

 

 

3.2.1 Structuurvisie Visie op Zuid-Holland

Met de Nota Ruimte en de Wet ruimtelijke ordening heeft het Rijk verantwoordelijkheden en bevoegdheden gedecentraliseerd naar provincies en gemeenten. In dit speelveld neemt de provincie de verantwoordelijkheid voor aansturing op ruimtelijke kwaliteit en samenhang van projecten en programma's met provinciale betekenis (regisseursrol). De provincie zal niet voor alle provinciale belangen een leidende rol nemen in de uitvoering.

De provincie wil een actieve rol spelen in de uitvoering van beleid. De provincie eigent zich alleen een regisseursrol toe als zij van mening is dat deze rol niet gedelegeerd kan worden naar andere overheden, of als zij een eigen verantwoordelijkheid heeft, die voortvloeit uit provinciale belangen. De schaal van de provincie maakt haar bij uitstek geschikt om veel partijen op gemeentelijk en (boven)regionaal niveau te verbinden.

 

Provinciale Staten van Zuid-Holland stelden op 2 juli 2010 de Provinciale Structuurvisie, de Verordening Ruimte en de Uitvoeringsagenda vast. In de Visie op Zuid-Holland beschrijft de provincie haar doelstellingen en provinciale belangen. De Structuurvisie geeft een visie voor 2020 met bijbehorende uitvoeringsstrategie en een doorkijk naar 2040. De nieuwe integrale Structuurvisie voor de ruimtelijke ordening komt in de plaats van de vier streekplannen en de Nota Regels voor Ruimte.

In ‘Visie op Zuid-Holland’ staat hoe de provincie samen met haar partners wil omgaan met de beschikbare ruimte. Met de structuurvisie werkt de provincie aan een vitaal Zuid-Holland, met meer samenhang en verbinding tussen stad en land. Hierdoor is in Zuid-Holland goed wonen, werken en recreëren voor iedereen binnen handbereik. De provincie onderscheidt vijf hoofdopgaven:

• aantrekkelijk en concurrerend internationaal profiel

• duurzame en klimaatbestendige deltaprovincie

• divers en samenhangend stedelijk netwerk

• vitaal, divers en aantrekkelijk landschap

• stad en land verbonden.

Ook de instrumenten van de provincie komen in de structuurvisie aan de orde. De provincie ordent op kaarten, ontwikkelt programma’s en projecten, agendeert zaken en laat onderzoek uitvoeren. Zij stuurt op hoofdlijnen door kaders te stellen en het lokale bestuur ruimte te geven bij de ruimtelijke inrichting. Deze aanpak sluit aan bij de nieuwe stijl van besturen: ‘Lokaal wat kan, provinciaal wat moet.’

 

In de Uitvoeringsagenda staat hoe de provincie en de verschillende partners de ambitie van de Structuurvisie gaan uitvoeren. De nadruk ligt op samenhang van maatregelen en programma‘s en de samenwerking met de regio‘s. Wat belangrijk is voor Zuid-Holland staat voorop.

De Uitvoeringsagenda maakt duidelijk wat er moet gebeuren en wat de onderlinge rolverdeling van de provincie en de verschillende samenwerkende partijen is.

Elke partij werkt vanuit zijn eigen rol en verantwoordelijkheid om de ambitie van de Structuurvisie te realiseren.

 

In de Provinciale Structuurvisie en de Verordening Ruimte staat hoe de provincie de ruimte tot 2020 in wil gaan vullen. De structuurvisie geeft de hoofdlijnen van de ruimtelijke ontwikkeling weer en vermeldt de provinciale belangen. De verordening geeft aan met welke zaken gemeenten in hun bestemmingsplannen rekening moeten houden.

 

In de Structuurvisie is de Sophiapolder op de functiekaart opgenomen als natuurgebied.

 

 

 [image]

 

fragment functiekaart Provinciale Structuurvisie

 

 

3.2.2 Verordening Ruimte

In samenhang met de Structuurvisie is ook de Verordening Ruimte opgesteld. De regels in deze verordening zijn bindend en werken door in gemeentelijke bestemmingsplannen.

Artikel 5 van de Verordening Ruimte heeft betrekking op de ecologische hoofdstructuur en bepaalt dat bestemmingsplannen voor gronden die op kaart 3 zijn aangeduid als bestaande natuur en prioritaire nieuwe natuur of als waternatuurgebied bestemmingen aanwijzen die de natuurfunctie rechtstreeks mogelijk maken en beschermen. Op genoemde kaart 3, behorende bij de Verordening Ruimte, is de Sophiapolder aangegeven als 'bestaande natuur en prioritaire nieuwe natuur'.

 

 

 

3.3 Gemeentelijk beleid

 

 

3.3.1 Structuurvisie "Waar de Waal stroomt"

Deze structuurvisie van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht, vastgesteld op 6 juli 2009, gaat in op de gewenste ontwikkelingen op het gebied van wonen, zorg, welzijn, onderwijs, winkelvoorzieningen en de ruimtelijke inpassing van al deze ambities. Het gaat dan onder andere over het behoud van historische en karakteristiek waardevolle elementen. Over de versterking van de waterstructuur en de rol van de Waal en de Noord daarin.

Over de Sophiapolder wordt gezegd dat dit een opvallend en tot de verbeelding sprekend groenelement is die als compensatie van de Betuweroute teruggegeven wordt aan de natuur. Door de getijdenwerking en de geïsoleerde ligging in de Noord zijn hier goede kansen voor de ontwikkeling van dynamische natuur met een recreatieve nevenfunctie.

De Sophiapolder is in het verleden als een van de weinige grote gebieden aangewezen voor natuur en landschapscompensatie in verband met de aanleg van de Betuweroute. De bedoeling is altijd geweest om er een getijdenmoeras in te realiseren. onder invloed van grote getijdenverschillen zouden er weer ruggen, slikpaten, diepere geulen en kreken kunnen ontstaan, waarbij flora en fauna al vrij snel een rijke verscheidenheid laten zien. De Sophiapolder is toegankelijk voor educatie en 'stil bezoek'. Struinroutes kunnen kriskras door de polder leiden, slechts aangegeven door kleine oriëntatiepaaltjes.

In de Sophiapolder wordt het zoetwater-getijdengebied ontwikkeld. De Sophiapolder wordt ontsloten voor extensieve recreatie.

 

 

3.4 Doorwerking plangebied

 

 

Het bestemmingsplan geeft de Sophiapolder een natuurbestemming met een beperkt recreatief (extensief) gebruik. Hiermee wordt voldaan aan de uitgangspunten van de Structuurvisies van de verschillende overheden.