direct naar inhoud van Artikel 10 Gemengd - 5
Plan: Maasboulevard
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0642.bp06maasboulevard-3001

Artikel 10 Gemengd - 5

10.1 Bestemmingsomschrijving
10.1.1 Algemeen

De voor Gemengd - 5 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. kantoren;
  • b. dienstverlening;
  • c. detailhandel;
  • d. maatschappelijke voorzieningen;
  • e. horecaondernemingen in de horecacategorie A, B of C als bedoeld in artikel 1.46;
  • f. woningen;
  • g. een onderdoorgang ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang';
  • h. voorzieningen ten behoeve van begeleid wonen, uitsluitend op de begane grond;

al dan niet in combinatie met elkaar met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouw zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

10.1.2 Eerste bouwlaag

De functies zoals genoemd in artikel 10.1.1 onder a t/m e zijn uitsluitend op de eerste bouwlaag toegestaan; ter plaatse van de aanduiding 'horeca' is wonen in de eerste bouwlaag niet toegestaan.

10.2 Bouwregels
10.2.1 Gebouwen

Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwen dienen gebouwd te worden binnen het bouwvlak;
  • b. de bouwhoogte bedraagt maximaal de op de verbeelding aangegeven bouwhoogte;
  • c. in afwijking van a t/m c mag ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' tot de tweede bouwlaag geen bebouwing mag worden opgericht, behoudens de benodigde ondersteuningsconstructies.
10.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen

Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen binnen en buiten het bouwvlak worden gebouwd en voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. de aan- of uitbouw, bijgebouw of overkapping mag (het verlengde van) de voorgevel van de bebouwing gelegen aan het weggedeelte waaraan het zijerf grenst, niet overschrijden;
  • b. de diepte van aan- en uitbouwen bedraagt maximaal 3 m, gemeten vanaf de oorspronkelijke achter- of zijgevel van de woning;
  • c. het gezamenlijke oppervlak, voor zover gebouwd per hoofdgebouw buiten het bouwvlak, bedraagt maximaal 50 m2 bij zij- en achtererven met een gezamenlijk oppervlak kleiner of gelijk aan 500 m2 en maximaal 100 m2 bij zij- en achtererven groter dan 500 m2, met dien verstande dat het bebouwingspercentage van het totale zij- en achtererf niet meer mag bedragen dan 50%;
  • d. de afstand tot de zijdelingse bouwperceelsgrens van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bedraagt minimaal 1 m;
  • e. indien het achtererf grenst aan een weg, openbaar groen of water, dan dient de afstand van aan- en uitbouwen tot aan deze weg, dit groen of water minimaal 1 m te bedragen;
  • f. vrijstaande bijgebouwen en overkappingen mogen op het achtererf in de bouwperceelsgrens gebouwd worden tenzij het achtererf grenst aan een weg, openbaar groen of water, dan bedraagt de afstand minimaal 1 m;
  • g. de goothoogte van een aan- of uitbouw bedraagt maximaal de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw + 0,30 m met dien verstande dat de goothoogte niet meer dan 4 m mag bedragen en de bouwhoogte niet meer dan 5 m;
  • h. de goothoogte van een bijgebouw of overkapping bedraagt maximaal 3 m en de bouwhoogte maximaal 5 m;
  • i. indien een aangebouwd bijgebouw of overkapping met een kap wordt gerealiseerd of op het zijerf een aan- of uitbouw met een kap wordt gerealiseerd dan dient de dakhelling gelijk te zijn aan de dakhelling van het hoofdgebouw met dien verstande dat:
    • 1. de nok niet afgetopt mag zijn, en
    • 2. de bouwhoogte van de aan- of uitbouw minimaal 2 m lager moet zijn dan de bouwhoogte van het hoofdgebouw;
10.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedraagt maximaal:

  • a. erf- en terreinafscheidingen 1 m;
  • b. erf- en terreinafscheidingen indien gebouwd meer dan 1 m achter (het verlengde van) de voorgevel(s) van het hoofdgebouw en gebouwd meer dan 1 m van de weg of het openbaar groen 2 m;
  • c. overige bouwwerken, geen gebouw zijnde 1 m.
10.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • b. verkooppunten voor motorbrandstoffen zijn niet toegestaan;
  • c. detailhandel in volumineuze goederen en grootschalige detailhandel zijn niet toegestaan.