direct naar inhoud van Artikel 12 Recreatie
vastgesteld
NL.IMRO.0590.bv02woongebied-3002

Artikel 12 Recreatie

12.1 Bestemmingsomschrijving
12.1.1 Doeleinden

De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. sportvelden of een sportpark ter plaatse van de aanduiding 'sportveld' ten behoeve van de (al dan niet recreatieve) uitoefening van diverse veldsporten en overige sporten met bijbehorende voorzieningen en accommodaties, alsmede voor (sport)verenigingen, een en ander met de daarbij behorende horeca uitsluitend voor zover deze ondergeschikt is aan en ten dienste staat van de toegelaten functies;
  • b. voet- en fietspaden;
  • c. een speeltuin ter plaatse van de aanduiding 'speeltuin'
  • d. speelvoorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'speelvoorziening';
  • e. een manege ter plaatse van de aanduiding 'manege';
  • f. parken (incl. bestaande onderhoudsvoorzieningen) ter plaatse van de aanduiding 'park';
  • g. dienstverlening ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening';
  • h. volkstuinen ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin';
  • i. een jongerenontmoetingsplek ter plaatse van de aanduiding 'jongerenontmoetingsplek';
  • j. een groendepot ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - groendepot'.
  • k. een hondenvereniging ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - hondenvereniging';
  • l. een bergbezinkbassin ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - bergbezinkbassin';
  • m. horeca ondergeschikt aan en ten dienste van de toegelaten functies;
  • n. terrassen behorende bij de toegelaten functies uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'terras';
  • o. parkeervoorzieningen ten behoeve van de toegelaten functies.
12.1.2 Dubbelbestemmingen en aanduidingen

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 30.1.

12.2 Bouwregels
12.2.1 Algemeen

Op de voor 'Recreatie' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. gebouwen ten behoeve van de in artikel 12.1 genoemde bestemming, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';
  • b. andere bouwwerken, zoals voorzieningen ten behoeve van de sportbeoefening, culturele kunstwerken en erfafscheidingen.
12.2.2 Regels ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'

Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:

  • a. binnen het bouwvlak mogen gebouwen, bijbehorende bouwwerken en andere bouwwerken zonder dak worden gebouwd;
  • b. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' mag de goothoogte maximaal de aangeduide hoogte bedragen.
12.2.3 Regels buiten de aanduiding 'bouwvlak'

Buiten de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:

  • a. buiten het bouwvlak mogen uitsluitend andere bouwwerken en tribunes ten behoeve van sportvelden worden gebouwd;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a. en het bepaalde in artikel 12.2.1 mogen ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak' gebouwen worden gebouwd anders dan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak', tot maximaal de aangeduide bebouwde oppervlakte;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder a. en het bepaalde in artikel 12.2.1 mogen ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin' per volkstuin 1 berging met een oppervlakte van maximaal 5 m2 en 1 hobbykas met een oppervlakte van maximaal 10 m2 worden gebouwd, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximum oppervlakte' deze oppervlaktes respectievelijk 35 m2 per berging en 15 m2 per hobbykas bedragen, met een maximale bouwhoogte van respectievelijk 3 meter en 2 meter;
  • d. buiten het bouwvlak mag een overkapping uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – overkapping';
  • e. buiten het bouwvlak mag een luifel dieper dan 1 meter uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - luifel';
  • f. de bouwhoogte van de overkapping of luifel mag maximaal 5 meter bedragen.
12.2.4 Andere bouwwerken zonder dak

Voor het bouwen van andere bouwwerken zonder dak gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte mag maximaal 6 meter bedragen, met uitzondering van:
    • 1. erfafscheidingen, waarvan de bouwhoogte maximaal 3 meter mag bedragen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin' de hoogte van erfafscheidingen maximaal 1 meter mag bedragen;
    • 2. lichtmasten, waarvan de bouwhoogte bij sportvelden maximaal 15 meter en voor het overige maximaal 9 meter mag bedragen;
    • 3. culturele kunstwerken, waarvan de bouwhoogte maximaal 10 meter mag bedragen.