Plan: | Baanhoek 75 - 81 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0610.bp04baanhoek7581-3001 |
De ontwikkelingslocatie was eerst onderdeel van voorontwerpbestemmingsplan Het Plaatje. Dit voorontwerpbestemmingsplan is toegestuurd naar de overlegpartners met het verzoek om een reactie. Voor belanghebbenden en omwonenden is een inspraakavond georganiseerd. Een ieder heeft mondeling of schriftelijk een reactie op het plan kunnen geven.
In dat kader zijn diverse inspraak- en overlegreacties ontvangen. Hieronder zijn de samenvatting, beantwoording en conclusie van de inspraak- en overlegreacties die relevant zijn voor het onderhavige plangebied opgenomen. Van het Waterschap Rivierenland is een specifieke reactie op het conceptontwerpbestemmingsplan Baanhoek 75-81 ontvangen. Deze reactie is hieronder samengevat en beantwoord.
Inspraakreacties
1. Las- en Constructiebedrijf Baan Hofman v.o.f.
Samenvatting
Beantwoording
1. De ZieZo-locatie is uit het bestemmingsplan Het Plaatje gehaald. Voor deze locatie in
combinatie met het perceel van het las- en constructiebedrijf Baan Hofman is het
voorliggende bestemmingsplan opgesteld. De toelichting op dit bestemmingsplan
bevat de ruimtelijke onderbouwing.
2. Uit het aangehaalde rapport is af te leiden dat het bewerken van metaal
plaatsvindt in de werkplaats. Het geluid ervan wordt afgeschermd door de
geveldelen. Uiteindelijk zijn de optredende geluidniveaus ter plaatse van het
bouwplan ten gevolge van maximale geluidniveaus in de werkplaats lager dan die van een vrachtwagen die op kortere afstand en zonder afscherming remlucht
afblaast. Het rapport biedt voor wat betreft geluid om die reden voldoende
ondersteuning voor de bouw van het appartementencomplex.
3. Gezien de ligging van het bedrijfsperceel ten opzichte van de omliggende functies
moet op basis van de gangbare aanpak (gebaseerd op de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering) een algemene toelaatbaarheid van maximaal categorie 2 aan het
perceel worden toegekend. Voor de activiteiten van Baan Hofman is een
maatbestemming (categorie 3.2) opgenomen. Deze activiteiten kunnen ongehinderd
worden voortgezet. Overigens bieden de in het bestemmingsplan opgenomen
afwijkingsregels flexibiliteit om activiteiten een hogere categorie toe te staan. Voor
wat betreft eventuele planschade kent de Wet ruimtelijke ordening een separate procedure.
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
2. Rassers advocaten en notarissen namens 11 bewoners van de Baanhoek
Samenvatting
Het appartementencomplex op de ZieZo-locatie past niet in de bestaande rustieke
omgeving.
Beantwoording
In de stedenbouwkundige randvoorwaarden voor het appartementencomplex op de ZieZolocatie is rekening gehouden met de schaal en het karakter van de bestaande
bebouwing aan de Baanhoek. Dit heeft geresulteerd in een terugliggend en
kleinschalig gebouw, dat in hoogte en parcelering (breedte gevelvlakken) passend is
bij de belendingen.
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
3. Inspreker 1
Samenvatting
1. De realisering van het appartementencomplex op de ZieZo-locatie leidt tot veel
schaduwwerking en verlies van zon op de balkonnen van de woning van inspreker.
Helaas wordt de bouwvorm van het appartementencomplex hier niet op aangepast. 2. Er is sprake van inkijk vanaf het nieuwe appartementencomplex.
3. Bij de parkeernormering voor de ZieZo-locatie is geen rekening gehouden met de bezoekers van het complex.
4. Bezoekers van het appartementencomplex zullen op de Tolsteeg gaan parkeren, ook voor de uitrit van de garages van inspreker.
5. De Tolsteeg is niet berekend op de verkeersafwikkeling van het
appartementencomplex op de ZieZo-locatie.
6. De ontwikkeling van de ZieZo-locatie gaat ten koste van de rust in de Tolsteeg.
Beantwoording
1. Uit de bezonningsstudie blijkt dat de bestreffende balkons op 21 maart/21
september pas vanaf de tweede helft van de middag geheel in de schaduw liggen.
Op die momenten liggen de balkons ook gedeeltelijk in de schaduw van de eigen
woning(en). Op 21 juni (hoogste zonnestand) werpt het gebouw geen enkele
schaduw over de balkons. Overigens is na uitvoering van de bezonningsstudie besloten dat de 4e bouwlaag van het appartementencomplex vervalt. Dit heeft een
gunstig effect op de schaduwwerking. Er is geen sprake van onaanvaardbare
schaduwhinder.
2. In een bestemmingsplan wordt niet geregeld waar de raamopeningen, balkons en terrassen mogen worden gesitueerd. Bestemmingsplantechnisch kan dus niet op
voorhand worden uitgesloten dat er sprake kan zijn van inkijk vanaf het nieuwe
appartementencomplex. Gezien de oriëntatie van het gebouw is de verwachting dat
de inkijk beperkt zal zijn. Volgens de stedenbouwkundige randvoorwaarden
bevinden de balkons zich aan de zuidgevel (Baanhoek). De westgevel is gesloten,
dus zonder ramen. Daarnaast is er sprake van dwingendrechtelijke bepalingen in het Burgerlijk Wetboek daar waar het gaat om ramen c.a. binnen 2 meter van de
erfgrens.
3. Het nieuwe complex dient te voldoen aan de Nota Parkeerbeleid Sliedrecht uit 2008. In deze parkeernormering is rekening gehouden met bezoekers. Hieraan zal bij de
bouwaanvraag getoetst worden.
4. Bezoekers zullen in principe op het terrein van het nieuwe appartementencomplex
parkeren. In de parkeervoorzieningen wordt hier rekening mee gehouden. Dit kan
echter niet afgedwongen worden. Het ligt echter voor de hand dat bezoekers zo
dicht mogelijk bij hun bestemming parkeren, zeker als zij van degenen die zij
bezoeken weten dat er op het terrein van het appartementencomplex geparkeerd
kan worden.
5. De verkeerstoename op de Tolsteeg t.g.v. het nieuwe appartementencomplex zal
marginaal zijn vanwege het geringe aantal extra woningen dat wordt toegevoegd.
6. Vanwege de beperkte verkeerstoename in de Tolsteeg zal de rust c.q. overlast er
niet in geding zijn.
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
4. Inspreker 2
Samenvatting
Inspreker maakt bezwaar tegen de komst van het appartementencomplex op de ZieZo-locatie. Genoemd wordt de toename van de verkeersdrukte op de Tolsteeg, de overlast van auto's van 8 appartementen, parkeerproblemen, afname van privacy en zonlicht in de achtertuinen van de woningen rondom het appartementencomplex.
Beantwoording
Voor de beantwoording van dit punt wordt verwezen naar de beantwoording van de
punten 1 tot en met 6 van inspraakreactie 3 (inspreker 1).
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
5. Stichting Univé Rechtshulp (SUR) namens inspreker 5
Samenvatting
Beantwoording
1. Het appartementencomplex leidt voor reclamant inderdaad tot vermindering van uitzicht. Op de verbeelding van het voorontwerpbestemmingsplan Het Plaatje stond
het bouwvlak echter te groot ingetekend. Dit is in het voorliggende bestemmingsplan aangepast, zodat het appartementencomplex verder terug komt te liggen.
2. De breedte van het appartementencomplex is niet van invloed op de
daglichttoetreding bij reclamant, wel de hoogte en de diepte van het gebouw. Uit de
bezonningsstudie blijkt dat alleen in de ochtend sprake is van vergroting van de
schaduwwerking t.g.v. het nieuwe appartementencomplex. Overigens is na uitvoering van de bezonningsstudie besloten dat de 4e bouwlaag van het
appartementencomplex vervalt. Dit heeft een gunstig effect op de schaduwwerking. Er is geen sprake van onaanvaardbare schaduwhinder.
3. Het nieuwe gebouw dient met betrekking tot de bescherming van de privacy te
voldoen aan de bepaling van het Burgerlijk Wetboek ten aanzien van de afstand van ramen en terrassen tot de erfgrens van naburige percelen. In de westgevel van het
appartementencomplex zullen geen ramen komen, waardoor inkijk vanuit de nieuwe
woningen op het erf van inspreker onmogelijk is.
4. Het appartementencomplex zal - conform de Nota Parkeerbeleid Sliedrecht - voorzien
in voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein. In het voorliggende bestemmingsplan is een verwijzing naar de Nota Parkeerbeleid Sliedrecht opgenomen.
Geluidsoverlast en lichthinder ten gevolge van het parkeren worden niet in een
bestemmingsplan geregeld.
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
6. DAS Rechtsbijstand namens inspreker 6
Samenvatting
Door de plannen wordt het ruimtelijke karakter van de wijk aangetast. Het appartementencomplex past niet in de bestaande rustieke omgeving.
Beantwoording
In de stedenbouwkundige randvoorwaarden voor het appartementencomplex op de ZieZo-locatie is rekening gehouden met de schaal en het karakter van de bestaande bebouwing aan de Baanhoek. Dit heeft geresulteerd in een terugliggend en kleinschalig gebouw, dat in hoogte en parcelering (breedte gevelvlakken) passend is bij de belendingen. De stedenbouwkundige randvoorwaarden hiervoor zijn opgenomen in (bijlage 1 bij) de toelichting en voor zover mogelijk vertaald in de juridische regeling.
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
Overlegreacties
1. VROM-inspectie Regio Zuid-West en Rijkswaterstaat
Samenvatting
Bij het eventueel vaststellen van een hogere grenswaarde voor het appartementencomplex op de ZieZo-loctie dient aandacht te worden besteed aan de cumulatie van geluid zoals bedoeld in artikel 110 f van de Wet geluidhinder. In het bestemmingsplan dient dit de aandacht te krijgen.
Beantwoording
Dit aspect komt in het (ontwerp)besluit hogere grenswaarden dat
tegelijkertijd met het voorliggende ontwerpbestemmingsplan ter inzage wordt gelegd. Ook in het akoestisch onderzoek industrielawaai dat is opgenomen in bijlage 5 is ingegaan op de cumulatie van geluid.
Conclusie
De overlegreactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
2. Waterschap Rivierenland
Samenvatting
1. Artikel 6 (Waterstaat - Waterkering) zorgt voor de planologische bescherming van de waterkering. Ten aanzien van bouwen in de waterkering hanteert het waterschap
een terughoudend beleid waardoor bijvoorbeeld terugbouwen op de bestaande
fundering lang niet altijd mogelijk is. Daarom dient lid 2b verwijderd te worden. Aan
lid 3 dient toegevoegd te worden dat alvorens burgemeester en wethouder hierover beslissen, schriftelijk advies dient te worden aangevraagd bij de beheerder van de
waterkering. De Keur van het waterschap is van toepassing.
2. De waterkering is goed op de verbeelding op genomen.
3. Het waterbeheersplan heeft betrekking op de periode 2010-2015 (december 2009).
Het beleid van het waterschap is niet correct opgenomen, want hier wordt onder
andere nog de 10% water genoemd en een oppervlak voor lozen hemelwater dat
het waterschap onbekend voorkomt. Verzocht wordt het juiste beleid op te nemen.
4. Vrijwel het gehele terrein is gelegen in de buitenbeschermingszone van de primaire
waterkering. In deze buitenbeschermingszone zijn onder andere (diepe)
ontgrondingen verboden. Werken dienen in een vroeg stadium afgestemd te worden met de beheerder van de waterkering.
Beantwoording
1. Artikel 6 lid 6.2 onder b is aangepast. Voor al het bouwen binnen de waterkering is nu een omgevingsvergunning (voorafgegaan door een advies van het waterschap)
nodig.
2. Hiervan nemen wij kennis.
3. De waterparagraaf is hierop aangepast.
4. De waterparagraaf is hierop aangepast.
5. De waterparagraaf is hierop aangepast.
6. In de buurt van het plangebied is een HWA waarop kan worden aangesloten. Dit
gegeven is toegevoegd aan de waterparagraaf.
7. In paragraaf 5.3.4 wordt reeds gewezen op de toepasselijkheid van de Keur van het waterschap. Wij vinden het niet nodig om ook in het bestemmingsplan beperkingen
te stellen aan de uitvoering van werken, geen bouwwerken zijnde.
Conclusie
De overlegreactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.