direct naar inhoud van 5.4 Bestemmingsregeling
Plan: Rangeerterrein Kijfhoek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0642.bp09kijfhoek-3001

5.4 Bestemmingsregeling

Verkeer - Railverkeer

Binnen het bestemmingsplan is gebruikgemaakt van de bestemming Verkeer - Railverkeer om het spoor en het rangeerterrein mogelijk te maken. Ook zijn bij het rangeerterrein behorende voorzieningen, zoals bedrijfsgebouwen, een brandweerkazerne en kantoren toegestaan. Daarnaast zijn binnen de bestemming ook groen- en watervoorzieningen, nutsvoorzieningen, parkeer- en verkeersvoorzieningen mogelijk, evenals kunstwerken zoals viaducten en bruggen.

De kruisingen met infrastructuren, te weten de Munnikensteeg, de Molendijk en de Waal, zijn planologisch mogelijk gemaakt middels de aanduidingen verkeer en water.

Binnen de bestemming zijn gebouwen toegestaan met dien verstande dat in totaal binnen het plangebied ten hoogste 6.250 m² bebouwd mag worden. De bouwhoogte bedraagt ten hoogste 15 m. Als uitzondering hierop mag één gebouw met een oppervlak 1.000 m² worden gebouwd tot een hoogte van 18 m. De bouwhoogte van geluidsschermen bedraagt niet meer dan 4 m, gemeten vanaf de bovenkant spoorrails. De bouwhoogte van lichtmasten bedraagt niet meer dan 30 m en de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 10 m. Voor kunstwerken, zoals viaducten en bruggen, bedraagt de bouwhoogte ten hoogste 12 m. De bouwregels zijn in overeenstemming met de regeling uit het vigerend bestemmingsplan.

Met deze manier van bestemmen wordt de nodige flexibiliteit gecreëerd, welke wenselijk is gezien het gebruik van het rangeerterrein. Gelet op de adviezen van de VROM-Inspectie en de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid is enige in kadering van deze flexibiliteit noodzakelijk. Hiertoe is het noodzakelijk om binnen de 100% lethaliteitscontour de bouw van gebouwen niet toe te staan, hiervoor is op de verbeelding de aanduiding 'veiligheidszone - leiding - A' opgenomen.

Binnen het invloedsgebied dienen gebouwen aan bepaalde eisen, zoals inrichting, constructie en materialisatie, te voldoen om als voldoende veilig te worden aangemerkt. Voor dit gebied is de aanduiding 'veiligheidszone - leiding - B' opgenomen, waarbij in eerste instantie geen gebouwen mogen worden gebouwd, maar waarbij het bevoegd gezag bij omgevingsvergunning kan afwijken en de bouw van gebouwen toestaan, mits advies is ingewonnen bij de Veiligheidsregio en de gebouwen voldoen aan de gestelde veiligheidseisen.

Met deze regeling wordt ook recht gedaan aan de vereisten rond de 1.10-6 contour voor het plaatgebondenrisico de watertransportleiding. Immers, de bouw van een beperkt kwetsbaar object binnen deze contour zal altijd vergezeld gaan van een motivering binnen de te verlenen omgevingsvergunning.

Leiding - Gas - 1 (dubbelbestemming)

In de zuidoost punt van het plangebied ligt een gasleiding. Deze leiding is planologisch beschermd middels de dubbelbestemming Leiding - Gas - 1. Op deze gronden worden extra regels gesteld aan het bouwen en uitvoeren van werken ter bescherming van de aanwezige gasleiding.

Leiding - Gas - 2 (dubbelbestemming)

In het westen van het plangebied ligt een waterstofleiding. Deze leiding is planologisch beschermd middels de dubbelbestemming Leiding - Gas - 2. Op deze gronden worden extra regels gesteld aan het bouwen en uitvoeren van werken ter bescherming van de aanwezige waterstofleiding.

Leiding - Riool (dubbelbestemming)

Onder de rangeersporen door loopt een rioolpersleiding. Deze leiding is planologisch beschermd middels de dubbelbestemmings Leiding - Riool. Op deze gronden worden extra regels gesteld aan het bouwen en uitvoeren van werken ter bescherming van de aanwezige rioolpersleiding.

Waarde - Archeologie (dubbelbestemming)

Op basis van de archeologische verwachtingskaart is op de verbeelding een gebied aangeduid met de dubbelbestemming Waarde - Archeologie. Op deze gronden worden extra regels gesteld aan het bouwen en uitvoeren van werken ter bescherming van de eventueel aanwezige archeologische waarden. Binnen de dubbelbestemming mogen alleen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten dienste van de dubbelbestemming met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m of gebouwen die niet groter zijn dan 100 m², of niet dieper dan 30 cm de grond ingaan, of waarbij geen heiwerkzaamheden nodig zijn. Daarnaast is het vervangen, vernieuwen en veranderen van bestaande bebouwing mogelijk voor zover het oppervlak niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.

Bouwen of het uitvoeren van werkzaamheden is uitsluitend toegestaan indien middels een rapport de archeologische waarden van de locatie voldoende zijn vastgesteld en de archeologische waarden niet worden geschaad of de mogelijke schade wordt voorkomen door voorschriften of beperkingen te verbinden aan de omgevingsvergunning voor bouwen, het doen van opgravingen of de bouwactiviteiten worden begeleid door een archeologische deskundige.