direct naar inhoud van 2.4 Gemeentelijk beleid
Plan: Werkgebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0482.bpwerkgebied055-VG01

2.4 Gemeentelijk beleid

Ruimtelijke toekomstvisie (2005-2015)

Met de ruimtelijke toekomstvisie 2005-2015 wil de gemeenteraad op hoofdlijnen de koers uitzetten naar een breed gedragen, samenhangende ruimtelijke en functionele ontwikkeling van Alblasserdam richting 2015 en verder. De toekomstvisie zet op hoofdlijnen kaders uit en bepaalt de condities waaronder ruimtelijke ontwikkelingen mogen plaatsvinden. In deze visie wordt een drietal kernopgaven benoemd:

  • het omgaan met de schaars beschikbare ruimte;
  • kwaliteitsversterking in de dragers van de ruimtelijke hoofdstructuur;
  • de ruimtelijke ontwikkelingsgebieden met hun functionele ontwikkelingsrichting.

Lokaal Milieu Uitvoeringsprogramma (2011 - 2016)

In het Lokaal Milieu Uitvoeringsprogramma is het accent verschoven van sanering en beheer naar het voorkomen van milieuproblemen. Er wordt gestreefd naar het verbeteren van de milieukwaliteiten en het beschermen van bestaande kwaliteiten door ruimtelijke, economische en sociale ontwikkelingen optimaal te benutten. Duurzame ontwikkeling staat hierin centraal. Het milieu uitvoeringsprogramma sluit aan op de in ontwikkeling zijnde bestemmingsplannen, te weten bestemmingsplan Dijklint en Werkgebied. Voor het bestemmingsplan Werkgebied zijn tevens gebiedstypen met het bijbehorende milieukwaliteitsprofiel weergegeven. Voor de gebiedstypen is per milieuthema, zoals energie, geluid, veiligheid, een te waarborgen kwaliteit benoemd en is een traject voorgesteld om de doelen te kunnen bereiken.

Gemeentelijk Waterplan Alblasserdam (2006)

De gemeente Alblasserdam en waterschap Rivierenland hebben in 2006 een waterplan opgesteld, waarin aangegeven wordt wat op korte en lange termijn nodig is om het watersysteem op orde te krijgen en te houden.

Met het waterplan worden de volgende doelen gesteld:

  • het ontwikkelen van een gezamenlijke visie op het waterbeheer op lange termijn (2020) en het formuleren van concrete maatregelen voor de korte termijn (2010);
  • het afstemmen van waterbeleid en het verdelen van taken tussen de betrokken partijen en zorgen dat de uitvoering van maatregelen verwerkt wordt in de uitvoeringsprogramma's van de betrokken organisaties;
  • het maken van afspraken voor de goede afstemming van water en ruimtelijke ordening;
  • bekendheid geven aan het waterplan om de betrokkenheid van externe partijen bij duurzaam waterbeheer te vergroten.

Het waterplan is een praktische vertaling van het beleid in concrete acties. Het waterschap en gemeente zijn voornemens de komende jaren voldoende middelen te reserveren om het watersysteem in Alblasserdam te actualiseren en te verbeteren.

Detailhandel en kantoren op het bedrijventerrein Vinkenwaard (2004)

Voor bedrijventerrein Vinkenwaard is handhavingsbeleid ten aanzien van detailhandel en kantoren vastgelegd. In dit beleidstuk is onder andere de regelgeving opgenomen met betrekking tot detailhandel en kantoren op het bedrijventerrein.

  • de provincie heeft reeds ingestemd met de vestiging van een bouwmarkt annex tuincentrum op de locatie Vinkenwaard in Alblasserdam. Deze is positief bestemd.
  • detailhandel niet gerelateerd aan een bedrijf, is niet toegestaan binnen een bedrijventerrein. Wel mogelijk is aan een bedrijf gerelateerde detailhandelsactiviteiten tot maximaal 65 m². In de structuurvisie Detailhandel Zuid-Holland 2007, wordt aangegeven dat ondersteunende detailhandel op bedrijventerreinen bij recht wordt toegestaan tot een oppervlakte van maximaal 125 m². Laatstgenoemde oppervlaktemaat zal voor onderhavig bestemmingsplan maatgevend zijn.
  • zelfstandige, kleinschalige lokaal/regionaal georiënteerde kantoren zijn mogelijk tot maximaal 750 m² per vestiging.

Vestigingsbeleid prostitutiebedrijven Alblasserdam (2004) 

In opdracht van de gemeente Alblasserdam is onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheden voor de vestiging van een prostitutiebedrijf in de gemeente Alblasserdam. In dit onderzoek is gekeken naar de ruimtelijke consequenties die de vestiging van een prostitutiebedrijf met zich meebrengt. Tevens is hierin overzichtelijk gemaakt op welke locaties vestiging eventueel toelaatbaar is. Op grond van de inmiddels gewijzigde regelgeving is het niet meer verplicht om een seksinrichting bij recht mogelijk te maken. Een seksinrichting wordt daarom niet bij recht mogelijk gemaakt in het voorliggende bestemmingsplan. Indien hiertoe een verzoek wordt ingediend door een exploitant zal het initiatief getoetst worden en zal de geschiktheid van de locatie nader onderzocht moeten worden. Vervolgens neemt het bevoegd gezag een besluit over welke locatie in aanmerking komt voor een gebruiks- of bestemmingsplanwijziging. Nadat dit besluit is genomen wordt een juridisch-planologische procedure opgestart met bijbehorende mogelijkheden van bezwaar en beroep.

Welstandsnota (2004)

De welstandsnota van de gemeente Alblasserdam gaat uit van verschillende kwaliteitsniveaus. Voor de bedrijven- en industrieterreinen geldt een BASIS niveau van welstand. Het binnengebied ter plaatse van het westelijke gedeelte van het bedrijventerrein Hoogendijk beschikt over een waardevolle beeldkwaliteit en hier geldt het PLUS niveau van welstand. Ter plaatse van het gebouw van Nedstaal geldt een welstandsniveau dat als 'bijzonder' wordt getypeerd.

Voor het oostelijke gedeelte van het bedrijventerrein Hoogendijk en Nieuwland gelden de welstandscriteria die gesteld zijn in de afzonderlijke Handboeken Beeldkwaliteit Hoogendijk en Polder Het Nieuwland. Het belangrijkste uitgangspunt betreft het waarborgen van een ruimtelijke samenhang in een gebied waar een grote diversiteit kan ontstaan naar de aard van de bedrijfsactiviteiten en de bedrijfsgrootte.

Monumentennota (2002)

De gemeentelijke monumentennota bevat de gemeentelijke monumentenzorg welke is gericht op het behoud en de versterking van het cultureel erfgoed. Deze monumentenzorg betreft de zorg voor rijks- en gemeentelijke monumenten, het beschermd dorpsgezicht en de archeologische vindplaatsen. Het behelst de zorg voor de objecten op zich, alsmede de relatie van deze objecten met de omgeving. De te beschermen objecten zijn middels een aanduiding op de bij dit plan behorende plankaart opgenomen.