Plan: | Werkgebied |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0482.bpwerkgebied055-VG01 |
Beleidskader
Nota Belvedère
In de “Nota Belvedere; Beleidsnota over de relatie cultuurhistorie en ruimtelijke inrichting” (1999) is door het rijk een visie gegeven op de wijze waarop met de cultuurhistorische kwaliteiten van gebieden en objecten in de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling in Nederland kan worden omgegaan. Het behoud en de benutting van het cultureel erfgoed is van grote betekenis omdat het kwaliteit toevoegt aan de culturele dimensie van de ruimtelijke inrichting. De voornaamste opgave is dan ook het vinden van een verantwoord evenwicht tussen de diverse ruimtelijke opgaven en de bestaande cultuurhistorische kwaliteiten.
Cultuurplan 2009 - 2012 (2008)
De provincie Zuid-Holland heeft zichzelf de opgave gesteld om de kwaliteit van de ruimtelijke inrichting te bewaken en ervoor te zorgen dat de provinciale identiteit bewaard blijft. Ze wil bevorderen dat gemeenten cultuur betrekken bij hun beleidsvorming en de vertaling daarvan in ruimtelijke plannen. De ruimtelijke kwaliteit en de identiteit van een gebied kunnen worden versterkt door de cultuur te betrekken bij de planologie. De inbreng vanuit architectuur, vormgeving, cultuurhistorie en kunsten kan ontwerpopgaven verrijken. Het is van belang om vanaf het begin de culturele waarden in Zuid-Holland in de ruimtelijke plannen mee te nemen: boerderijlinten, stads- en dorpsgezichten, molens, verkavelingspatronen, archeologische monumenten, forten, zandwallen enzovoorts.
Onderzoek
Uit de MIP (Monumenten Inventarisatie Project)-lijst blijkt dat een aantal objecten en panden in het plangebied als rijksmonument is aangewezen. De rijksmonumenten worden beschermd in het kader van de Monumentenwet 1988 en zijn met een informatieve aanduiding op de plankaart vermeld. Het aantal rijksmonumenten in de gemeente rechtvaardigt autonoom gemeentelijk monumentenbeleid. De gemeente zet dan ook sinds een aantal jaar in op versteviging van het gemeentelijke monumentenbeleid. Daartoe is een gemeentelijke monumentencommissie ingesteld. Deze commissie heeft een lijst opgesteld met beeldbepalende (of monumentwaardige) panden.
In het plangebied komt een rijksmonument voor, te weten: de Brug over de Noord. Dat geldt ook voor de inrichting Nedstaal, waarvan het kantoorgebouw aan de Ruigenhil een MIP-pand is.
De provincie Zuid-Holland heeft een cultuurhistorische hoofdstructuur (CHS) aangeduid. Deze geeft een overzicht van de cultuurhistorische kenmerken en waarden.
Op deze CHS wordt de Hoogendijk aangeduid als historisch-landschappelijke lijn met een redelijk hoge waarde. Daarnaast kan De Noord gezien worden als een historisch-landschappelijk vlak met een hoge waarde.
Verder is van de oorspronkelijk landschappelijke structuur in het plangebied niet veel over. Door industriële activiteiten zijn oude verkavelingspatronen en zichtlijnen geheel verdwenen.
Conclusie
In het plangebied zijn rijksmonumenten, gemeentelijke monumenten en MIP-panden aanwezig. De rijks- en gemeentelijke monumenten zijn op de plankaart aangegeven met de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – monument [sba – mon]' en de MIP-panden met de aanduiding 'karakteristiek [ka]'. Het beleid ten aanzien van rijks- en gemeentelijke monumenten is gericht op het behoud van de bestaande cultuurhistorische waarde. De bescherming van rijksmonumenten vindt plaats in het kader van de Monumentenwet 1988. Het beleid ten aanzien van gemeentelijke monumenten vindt plaats op basis van een gemeentelijke monumentenverordening. Tot slot is het beleid ten aanzien van de MIP-panden gericht op behoud van de bestaande karakteristieken van de panden. Bescherming hiervan vindt plaats middels een vergunningenstelsel in de regels van dit bestemmingsplan.