direct naar inhoud van 4.7 Luchtkwaliteit
Plan: Werkgebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0482.bpwerkgebied055-VG01

4.7 Luchtkwaliteit

Toetsingskader

In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij het opstellen van een bestemmingsplan uit het oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens tevens rekening gehouden met de luchtkwaliteit ter plaatse.

Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door de Wet milieubeheer luchtkwaliteitseisen (ook wel Wet luchtkwaliteit genoemd, Wlk). De Wlk bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen met name de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang.

Maatgevende stoffen langs wegen

Voor luchtkwaliteit als gevolg van wegverkeer is stikstofdioxide (NO2, jaargemiddelde) het meest maatgevend, aangezien deze stof door de invloed van het wegverkeer het snelst een overschrijding van de grenswaarde uit de Wlk veroorzaakt6. Daarnaast zijn ook de concentraties van fijn stof (PM10) van belang. Andere stoffen uit de Wlk hebben een beperkte invloed op de luchtkwaliteit bij wegen en worden daarom bij deze toetsing buiten beschouwing gelaten.

De grenswaarden van stikstofdioxide en fijn stof zijn in tabel 4.2 weergegeven7. De grenswaarden gelden voor de buitenlucht, met uitzondering van een werkplek in de zin van de Arbeidsomstandighedenwet.

Tabel 4.2: Grenswaarden maatgevende stoffen Wlk

stof   toetsing van   grenswaarde   geldig  
stikstofdioxide (NO2)   jaargemiddelde concentratie   60 µg / m³   2010 tot en met 2014  
  jaargemiddelde concentratie   40 µg / m³   vanaf 2015  
fijn stof (PM10)1    jaargemiddelde concentratie   40 µg / m³   vanaf 11 juni 2011  
  24-uurgemiddelde concentratie   max. 35 keer p.j. meer dan 50 µg / m³   vanaf 11 juni 2011  

1 Bij de beoordeling hiervan blijven de aanwezige concentraties van zeezout buiten beschouwing (volgens de bij de Wlk behorende Regeling beoordeling Luchtkwaliteit 2007)

In het Besluit niet in betekenende mate (nibm) is exact bepaald in welke gevallen een project vanwege de gevolgen voor de luchtkwaliteit niet aan de grenswaarden hoeft te worden getoetst. Dit is bijvoorbeeld het geval indien een project een effect heeft van minder dan 3% van de jaargemiddelde grenswaarde NO2 en PM10 (= 1,2 µg / m³).

Onderzoek

De Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid heeft onderzoek uitgevoerd naar het aspect luchtkwaliteit (zie advies Omgevingsdienst in de bijlagen). Het bestemmingsplan 'Werkgebied' is consoliderend van aard. Per saldo betekent dit voor de luchtkwaliteit dat er geen negatieve bijdrage ten gevolge van het vaststellen van het bestemmingsplan 'Werkgebied' wordt veroorzaakt. De bijdrage van het bestemmingsplan 'Werkgebied' valt dan ook binnen de kaders van het Besluit en Regeling nibm: er wordt voldaan aan de wetgeving.

De jaargemiddelde concentraties stikstofdioxide en fijn stof langs alle relevante ontsluitingswegen binnen het plangebied liggen voor de verschillende onderzochte jaren afdoende onder de grenswaarden c.q de tijdelijke plandrempels. Wel blijkt uit de Monitoringstool dat in 2015 langs de rijksweg A15 de grenswaarde voor stikstofdioxide wordt overschreden. Aangezien het consoliderende bestemmingsplan niet bijdraagt aan een verslechtering van de luchtkwaliteit, wordt voldaan aan de wetgeving. Voor de 24-uurwaarde PM10 geldt, voor de genoemde jaren, dat het aantal overschrijdingen van de bijbehorende grenswaarde niet het normaantal overschrijdt.

Wat betreft de emissie van bedrijven biedt de vergunningverlening in het kader van de Wet milieubeheer voldoende waarborg dat aan de wettelijke normering luchtkwaliteit wordt voldaan.

Gezien het feit dat het bestemmingsplan 'Werkgebied' een 'niet in betekende mate' bijdrage levert aan de luchtkwaliteit en de normering voor de van belang zijnde stoffen NO2 en fijn stof niet worden overschreden zijn er voor wat betreft luchtkwaliteit geen belemmeringen vanuit de Wet milieubeheer voor het vaststellen van het plan. Voor nadere informatie wordt verwezen naar het onderzoek van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid.

Conclusie

Het aspect luchtkwaliteit staat de uitvoering van het bestemmingsplan niet in de weg.