direct naar inhoud van Artikel 20 Wonen - 3
vastgesteld
NL.IMRO.0590.bv02woongebied-3002

Artikel 20 Wonen - 3

20.1 Bestemmingsomschrijving
20.1.1 Doeleinden

De voor 'Wonen - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen (in appartementen), met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'gemengd' wonen niet is toegestaan op de begane grond;
  • b. een zorginstelling uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'zorginstelling';
  • c. zelfstandige kantoren en praktijken tot een maximum brutovloeroppervlak van 100 m2 per vestiging en een gezamenlijk maximum brutovloeroppervlak van 500 m2, uitsluitend op de eerste en tweede bouwlaag en bereikbaar vanaf de begane grond, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - zelfstandige kantoren en praktijken';
  • d. detailhandel, dienstverlening en kantoren uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'gemengd' en uitsluitend op de begane grond, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximum vloeroppervlakte' voor detailhandel een maximum winkelverkoopvloeroppervlakte van 200 m2 geldt;
  • e. horeca van de aangeduide categorie uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 1b';
  • f. garageboxen ter plaatse van de aanduiding 'garage';
  • g. het overige bestaande gebruik uitsluitend overeenkomstig de Lijst bestaand gebruik die als Bijlage 2 bij de regels is gevoegd (incl. indien van toepassing de daarin opgenomen maximale oppervlakte en nadere specificatie) ter plaatse van de aanduiding 'bestaand gebruik';
  • h. erven, tuinen, parkeerplaatsen en overige verhardingen en (al dan niet ondergrondse) parkeervoorzieningen ten behoeve van de toegelaten functies;
  • i. water.
20.1.2 Dubbelbestemmingen en aanduidingen

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 30.1.

20.2 Bouwregels
20.2.1 Algemeen

Op de voor 'Wonen - 3' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. woningen (in de vorm van appartementengebouwen);
  • b. bijbehorende bouwwerken;
  • c. andere bouwwerken zonder dak.
20.2.2 Woningen

Voor het bouwen van appartementengebouwen gelden de volgende regels:

  • a. het hoofdgebouw dient binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. uitbreiding van het hoofdgebouw is niet toegestaan;
  • c. het aantal bestaande appartementen mag niet worden vergroot;
  • d. de goothoogte mag niet meer bedragen dan aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte';
  • e. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte';
  • f. nokverhogingen en dakopbouwen zijn niet toegestaan;
  • g. uitsluitend de bestaande balkons en dakterrassen zijn toegestaan.
20.2.3 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. bijbehorende bouwwerken in de vorm van bijgebouwen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' in de vorm van (niet-inpandige) bergingen en ter plaatse van de aanduiding 'garage' in de vorm van garageboxen;
  • b. de bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 3 meter.
20.2.4 Andere bouwwerken zonder dak

Voor het bouwen van andere bouwwerken zonder dak gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen achter de voorgevelrooilijn mag niet meer bedragen dan 2 meter;
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de voorgevelrooilijn mag niet meer bedragen dan 1 meter;
  • b. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken zonder dak mag niet meer bedragen dan 3 meter.
20.3 Specifieke gebruiksregels
20.3.1 Bedrijfsmatige activiteiten aan huis en aan huis verbonden beroepen

De uitoefening van bedrijfsmatige activiteiten aan huis en aan huis verbonden beroepen is onder de volgende voorwaarden toegestaan:

  • a. de wijziging in gebruik betekent geen uitbreiding van het aantal woningen;
  • b. het gebruik ten behoeve van bedrijfs- of beroepsmatige activiteiten beslaat niet meer dan 25% van het bebouwde brutovloeroppervlak, tot een maximum van 60 m²;
  • c. er is niet meer dan één arbeidsplaats;
  • d. de activiteiten leveren geen ernstige c.q. onevenredige hinder op voor de directe woonomgeving en doen geen ernstige afbreuk aan het woonkarakter van de buurt en de woning;
  • e. er is geen sprake van bedrijfsactiviteiten die normaliter in een winkelcentrum of winkelstraat worden uitgeoefend;
  • f. de woonfunctie blijft als hoofdfunctie gehandhaafd;
  • g. degene die de bedrijfs- of beroepsactiviteit uitoefent bewoont permanent de woning;
  • h. detailhandel is niet toegestaan, uitgezonderd ondergeschikte detailhandel en detailhandel in de vorm van webshops, onder de voorwaarde dat het enkel verzending vanuit de woning en geen balieverkoop betreft;
  • i. horeca is niet toegestaan;
  • j. het onbebouwde deel van het perceel mag niet voor bedrijfs- of beroepsactiviteiten worden gebruikt;
  • k. aan de buitenzijde of elders op het perceel mogen slechts reclame-uitingen overeenkomstig het gemeentelijk reclame- en welstandsbeleid worden opgericht;
  • l. de activiteit maakt niet dat er een inrichting ontstaat als genoemd in bijlage I van het Besluit omgevingsrecht;
  • m. de parkeerdruk en/of de verkeersbelasting in het openbare gebied mag niet onevenredig toenemen.
20.3.2 Detailhandel

Ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' is (per aanduiding) maximaal 1 detailhandelsvestiging toegestaan.